“Ook als er auto’s branden in Overvecht moet de universiteit zich laten horen”: Hoogleraar Rosi Braidotti werkt met Centre for Humanities aan meer dynamiek in de faculteit Geesteswetenschappen

Appeared in
UBlad, vol. 40, no. 13
Publisher
Date
11 December 2008

Achter haar bureau in een rommelig en donker kamertje ergens tussen Janskerkhof en ´t Hoogt hangt een oorkonde als bewijs voor de opname in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Verkregen in 2005. Haar gouden jaar, zoals Rosi Braidotti zelf zegt. Maar ook het jaar dat ze de balans opmaakte. De founding mother van de succesvolle Utrechtse opleiding Vrouwenstudies besloot dat ze – zoals dat dan heet – aan een nieuwe uitdaging toe was.
Het alternatief dat ze de faculteit aandroeg, was het opzetten van een Centre for Humanities. “Het was dat of weg uit Utrecht.” Met een dergelijk centrum, waarmee ze Amerikaanse universiteiten goede ervaringen zag opdoen, hoopte Braidotti een in haar ogen wat vermoeide en te veel in zichzelf gekeerde gemeenschap op te schudden. “Er lopen hier zo veel talentvolle mensen rond. En ze hebben de meest briljante ideeën. Maar door de grote werkdruk, met name door de onderwijslast, blijven al die plannen in de kast liggen. Dat is zonde. Het zou prachtig zijn als we die mensen iets meer ruimte kunnen geven.”

Daarnaast zette Braidotti in op “meer durf en innovatie” om de banden met de maatschappij te verstevigen: een oud stokpaardje van de van oorsprong Italiaanse hoogleraar. “Als bewaker van het verleden doet de Utrechtse universiteit het erg goed. De universiteit houdt zich echter angstwekkend stil als het gaat om de grote hedendaagse thema´s in de samenleving. Ik vind het ook een verantwoordelijkheid van de academie om zich daar te laten horen. Dat betekent dat je dus ook iets moet durven zeggen als hier in een kerstnacht in Overvecht auto´s in de brand worden gestoken, verhoudingsgewijs zelfs meer dan in de Franse banlieus.”

 

Enthousiasme

Hoewel sommige collega’s binnen de faculteit zo hun reserves hadden, werd het concept van ‘contentmakelaar’ dat ze in gedachten had omarmd door het faculteitsbestuur. Verschillende ontwikkelingen in het universitaire landschap verklaren het enthousiasme. Een dergelijk centrum kon in de eerste plaats van nut zijn bij de integratie van de drie voormalige faculteiten (letteren, godgeleerdheid en wijsbegeerte), zo was de gedachte. Daarnaast zou het een structuur kunnen bieden aan de nieuwe free movers: de universiteitshoogleraren en faculteitshoogleraren, die waren vrijgesteld van de normale bestuurlijke en onderwijstaken. Tenslotte zou een Centrum for the Humanities een bijdrage kunnen leveren aan de kennisvalorisatie en branding van het onderzoek, waar op alle terreinen om wordt gevraagd.

Braidotti ziet het zo: “Er zijn onderzoeksscholen, onderzoeksinstituten en er is Focus en Massa en tussen al die lagen, kan het centrum zich gaan bewegen. Iedereen praat over crossing border projecten, maar in de praktijk valt het erg tegen. Daar ligt een rol voor ons weggelegd.” Braidotti kreeg in 2005 de opdracht als faculteitshoogleraar het centrum vorm te geven. In 2007 ging het centrum daadwerkelijk van start. Heel binnenkort verhuist ze naar het prachtig gerenoveerde Achter de Dom 20 waar ze haar collega-faculteitshoogleraren en de universiteitshoogleraren treft. Voor de eerste drie jaar kreeg ze drie ton mee voor organisatorische en logistieke kosten. “Niet veel vergeleken bij de 3,5 miljoen dollar die mijn collega bij Stanford jaarlijks mag spenderen, maar relatief is het Centre helemaal niet slecht af. En geld is niet het belangrijkste wat ik nodig heb. Ik ben als bruggenbouwer vooral afhankelijk van de hoogleraren en talentvolle medewerkers die de ambitie hebben om iets meer te willen doen en van belangstellende partners buiten de universiteit.”

 

Branding

Centraal in alle activiteiten van het Centrum for Humanities staat het onderzoeksthema ´what is human about the humanities?´ Onder die noemer worden acht projecten met een waaier aan activiteiten uitgevoerd waar Braidotti met onophoudelijk enthousiasme over verteld. Zo is er het partnerschap met het Utrechtse kunstencentrum BAK dat voortborduurt op de samenwerking tijdens de biënnale in Venetië waar Braidotti de belangrijkste intellectuele adviseur was. Dat heeft inmiddels een multidisciplinair onderzoeksproject opgeleverd over de culturele betekenis van de nieuwe wereldorde van na de val van de Berlijnse muur, inclusief een reizende voorstelling van kunstwerken. Zo is er ook de betrokkenheid bij de viering van de Vrede van Utrecht in 2013. “Onder de titel ´city of ideas´ gaan we onderzoeken in hoeverre de idealen van de Vrede van Utrecht over burgerschap en maatschappij nog steeds beleefd worden. Ik heb daar grote verwachtingen van.”

En zo is er ook een project rondom sociale theorievorming. “Wij weten dat we daar in Utrecht niet goed in zijn. Niet binnen de Geesteswetenschappen en niet binnen andere faculteiten. Thema’s als identiteit, burgerschap en de culturele gevolgen van globalisering, lijken hier soms niet te bestaan.” Een lezingenreeks ´Fitna and the new politics´ over het succes van de nieuwe populistische politieke partijen die door hoogleraar politieke geschiedenis Ido de Haan is samengesteld, noemt Braidotti als voorbeeld van een mooi initiatief dat binnen het project plaatsvindt.

De spinn off van haar activiteiten is groot, denkt Braidotti. Delen van haar programma zijn inmiddels opgenomen in de curriculae van studenten, enkele publicaties staan op stapel, en er is hoop op externe financiering van projecten. Maar ook op een ander niveau ziet ze resultaten. “Wanneer ik nu Peter Galison uit Harvard hierheen haal om met onderzoekers uit vijf focusgebieden aan de hand van films te praten over wat wetenschap nu eigenlijk is, komt dat de hele universiteit ten goede. Vroeger deed ik dit soort dingen alleen voor genderstudies, nu neemt iedereen een chunck. En nog beter: als wetenschappers met een dergelijke statuur naar Utrecht komen en zien dat we hier opereren als een team dan is dat branding van de universiteit. Wat dat betreft valt deze functie ook mooi samen met mijn rol als universiteitsambassadeur voor Noord-Amerika.”

 

Moderniteit

Grote vraag blijft natuurlijk hoe Braidotti medewerkers van die zo belaste faculteit Geesteswetenschappen kan betrekken bij haar initiatieven en compensatie kan bieden. Ontevreden is ze helemaal niet. “Nu zijn er al vijftig onderzoekers die geheel onbaatzuchtig meedoen naast al hun gewone taken.” Maar de faculteitshoogleraar hoopt dat op korte termijn onderzoekers met een uitmuntende reputatie vrijgesteld kunnen worden om binnen haar centrum aan een project te werken of dat wetenschappers een sabbatical willen doorbrengen met werkzaamheden die passen binnen haar onderzoeksprogramma. Universiteitshoogleraar Frits van Oostrom heeft zijn steun al toegezegd. “Dergelijke zaken zijn in het buitenland heel normaal, maar in Nederland zullen we daar hard voor moeten werken.”

Binnen de drie jaar die haar voorlopig is gegeven, wil Braidotti aandacht vragen voor verandering binnen de faculteit en voor het bijstellen van het beeld dat de buitenwereld van de faculteit heeft. “Alleen al het feit dat wij nu zo’n Centre for Humanities hebben, laat zien dat onze faculteit creatiever en dynamischer is geworden. Meer dan voorheen en meer dan velen misschien wel denken.”

De faculteitshoogleraar zegt met haar centrum een paradigmaverschuiving binnen de klassieke Utrechtse faculteit te ondersteunen: van uitsluitend traditie naar meer moderniteit. Een verschuiving om toe te juichen, meent ze. Meer en meer kreeg ze de afgelopen jaren het gevoel dat de geesteswetenschappen als iets waardeloos of iets stoffigs in de hoek werd gezet. Lachend: “Ze hebben me wel eens de kampioen van de verloren zaken, champion of lost causes, genoemd. Eerst gender, daarna de humaniora. Maar dat laat ik toch niet gebeuren.” Toch moet ze erkennen dat het een andere strijd is dan die ze als hoogleraar Vrouwenstudies voerde. “Dat was ook een
politieke passie. Dit is relevant, maar ik ga er niet voor op de barricaden staan.”

Meer informatie: www2.hum.uu.nl/cfh/


 

Rosi Braidotti

Rosi Braidotti (54) heeft het Australische en Italiaanse staatsburgerschap. In 1988 werd ze hoogleraar Vrouwenstudies in Utrecht. Vanaf 1995 was ze daarnaast directeur van de Nederlandse onderzoeksschool Vrouwenstudies en vanaf 1996 oprichter en wetenschappelijk directeur van het Europese netwerk voor Vrouwenstudies Athena, dat 120 deelnemende instituten telt. In 2005 werd Braidotti faculteitshoogleraar in ‘The Humanities in a Globalised World’. In 2007 werd ze benoemd tot directeur van het Centrum for the Humanities waarvoor ze zelf het initiatief had genomen. In hetzelfde jaar kreeg ze een ere-doctoraat in de filosofie van de universiteit van Helsinki.

 

Mission Statement

Uit de mission statement van het Centre for Humanities: ‘The Centre will highlight the best the faculty has to offer in terms of research and research training, so as to create synergy among the different sectors of the faculty. It will function as the think tank for discussing cross-border content oriented issues about the Humanities. It will act as a rallying point for the top researchers in the Humanities at Utrecht University and actively contribute to create an advanced research environment.’

Read interview